29 maart 2015

De laatste tijd valt me op dat wij als volwassenen zo weinig vragen stellen. We hebben allang een mening over allerlei onderwerpen. We plakken etiketten en hebben oordelen over de ander, zonder het echt te hebben onderzocht.

Kinderen stellen wel regelmatig vragen, denk maar aan de waarom-fase. Ik weet nog dat ik gek werd van mijn buurmeisje vroeger. Regelmatig gooide ik de deur in haar gezicht. Toen mijn zoon klein was stelde hij ook veel vragen. Over onderwerpen die voor mij feiten waren. Totdat ik erachter kwam dat veel van de antwoorden aangeleerd leken of dat het antwoord toch niet zo simpel was. Hij is nu bijna tien en stelt veel minder vragen. Komt “wijsheid” met de leeftijd? Word je dan minder nieuwsgierig of is er meer aan de hand?

Waarom heb je niks gevraagd vroeg ik mij de afgelopen maanden regelmatig af. Tijdens verschillende projecten of gesprekken met kennissen of vrienden had ik al snel een conclusie getrokken. De bijpassende boodschap was al klaar. Die moest overkomen, maar dat lukte niet. Het voelde niet goed. Wat was er eigenlijk gebeurd?

Verschillende redenen
Door het lezen van het boek “De kracht van verbinding ” van Ellie van der Est werd ik mij weer eens bewust van het feit waarom processen, samenwerking en gesprekken niet goed verlopen. Dit komt vaak door de manier van communiceren. We gaan het gesprek op zo’n moment niet echt aan en stellen onvoldoende vragen. We zijn druk met het eindresultaat en gaan voorbij aan het proces.

Als ik terugkijk kom ik tot het volgende rijtje van redenen, waarom ik of de ander het absoluut niet nodig vonden om de dialoog aan te gaan:

  • Hier hebben we geen tijd voor. Vragen stellen en samen onderzoeken kost namelijk tijd.
  • Ik weet hoe dit zit. Oftewel ons oordeel, onze mening of conclusie over een onderwerp of persoon staat al vast.
  • Ik heb hier geen zin in. Als de ander een andere mening heeft, is dit lastig en vertragend.
  • Het is niet nodig. Als we er niet naar vragen is de andere mening er niet en lijkt het of de neuzen allemaal dezelfde kant op staan (schijnharmonie).

Als ik naar mezelf kijk, zie ik daaronder de echte reden waarom ik die vragen niet stel en niet luister naar mijn intuïtie. Ik ben bang voor een reactie en dus durf ik geen verbinding aan te gaan met de ander. Puur om pijn te vermijden. Misschien wordt de ander boos of is hij of zij gekwetst? Of straks wil de ander iets heel anders en faal ik om mijn doel op tijd te bereiken

De afgelopen week koos ik ervoor om het eens anders te doen. Ik had een gesprek dat stroef verliep. In plaats van snel door te rennen naar het einddoel durfde ik te vragen wat de ander van het gesprek vond. Ik benoemde het proces. De ander verraste me met haar antwoord. Ik had het gevoel dat zij zich verstaan voelde. Er ontstond een echte dialoog en haar reactie aan het eind van het gesprek beaamde dat.

Dit smaakt naar meer. Vragen stellen, heel veel vragen stellen, dat ga ik de komende tijd doen. Onderzoeken en me verwonderen over de antwoorden, net als een kind. En ik denk dat ik mijn buurmeisje maar eens mijn excuses ga aanbieden.